onze fietsen staan te dansen
in licht dat naar buiten glipt
groene ogen wandelen over mijn gezicht
je kunt er ook skiƫn, zeg je, maar
de sneeuw is al gesmolten, men heeft er
lang niets meer te zoeken
de zon schijnt ook niet
biggelend naar beneden
gaan tranen gezout
van maaltijden die je maakte
en vergat
je tast in het duister zoekt
een glas om je aan op te trekken
hoog de lucht in, daar ga je al
daar ga je weer eens