waar zijn de mensen?

de zon schijnt maar de mensen zijn er niet
als ze er al waren geweest
een eenzame jogger, een grote boog
je weet maar nooit
de wind draagt ook klanken ver

neus klopt na van een stokje
naar binnen geduwd, au, volgende graag
het is hier geen theehuis, we hebben werk te verzetten
kom niet meer buiten, je zult van ons horen 

een rechte lijn naar huis vind je nooit 
op een andere lijn zit ik, hier
een dik lijf tilt zich uit een scootmobiel 
naast mij op een bankje

in haar eentje gaat ze naar het park
alleen, tot ze er genoeg van heeft
keert terug naar een huis
waar zijn de mensen? 

niemand is meer te vertrouwen, zegt ze 
zelfs god niet, zelfs god heeft geen ogen
waar is god als god god zou zijn

in Afrika dansten we altijd
was er nu
honger of te eten 
thuis was buiten
hier is alles koud 
waar zijn de heupen? 

ik zou in Congo wonen 
maar de blanken
ze schieten 
waar is het geweten? 

Bill Gates verspreidde een virus
maar ik ben nooit bang
ik wou alleen het casino in
de mensen kijken
ik maak van twintig achthonderdvijftig 
zo is dat

ze lacht 
geen vreugde 

vraagt wanneer ik terugkom
ik ben hier nooit geweest, waarschijnlijk
kom ik er ook niet weer
misschien volgende week, zeg ik 

het leven, een wachtkamer
mensen die komen en altijd weer gaan
ze bellen niet aan, ze komen niet terug
niemand is meer te vertrouwen

naast iemand anders 
niemand is meer te vertrouwen, zegt ze
ook ik, niet te vertrouwen 
de stad was al zo leeg en toch 
ook ik vertrokken
altijd hetzelfde 
waar zijn de mensen? 

Geef een reactie