Aan onze liefdesgeschiedenissen kun je zien hoe verloren we zijn. Voor je het weet zit je ergens in verwikkeld omdat iedereen zich voortdurend vastklampt aan de eerste de beste voorbijganger. Waar zijn we naar opzoek? Het is in ieder geval nooit genoeg. In een ander zoek je de bevestiging van jezelf, maar aan alles wen je en dus vervolg je je destructieve pad, azend op bevestiging in nieuwe woorden. Blijf je altijd zoeken naar wat nieuw is en onbekend en verboden? Terwijl je tegelijkertijd wil dat iemands ogen op je gericht zijn, wat er ook gebeurt? Bestaat er een combinatie van beiden, of hoop je gewoon dat je je kinderlijke lichamelijkheid afschudt met de jaren?
Misschien is dit het resultaat van de totale verwarring in mijn filosofische houding. Wat zijn mijn principes? Geloof ik dat het zin heeft om ergens voor op de barricades te staan? Geloof ik in medemenselijkheid, en zo ja, waarom doe ik mensen pijn? Geloof ik dat je uiteindelijk leeft voor jezelf, en zo ja, waarom doe ik mezelf pijn? Ik heb de onomkeerbaarheid van het leven weer eens bewezen. Dit is mijn manier van in je arm knijpen om te zien of wat gebeurt echt is. Ik zoek de grenzen op, pers emoties uit de lichamen van mensen. Ik zie dat het echt is maar het ebt weer weg, het moet opnieuw, opnieuw, opnieuw. Wiens gevoelens probeer ik te bewijzen?
Soms heb je antwoorden nodig. Ik probeer erop te vertrouwen dat wat moet gebeuren gebeurt, dat je gemaakt bent om alles wat op je afkomt aan te kunnen of dat je moet dealen met de dingen die op je pad komen omdat ze wellicht overblijfselen van het verleden zijn of voorlopers van de toekomst. De Koran zit vol met verzen die verlichting bieden. Allah does not burden a soul beyond that it can bear. Allen worden op de proef gesteld en geduld wordt beloond. Laat je niet misleiden door het hier en nu. Kun je zulke spreuken ter harte nemen en toch niet gelovig zijn? Ik geloof niet dat een god bestaat die heeft bedacht wat ik aankan, maar het is prettig om te beslissen dat er achter de dingen waar je geen macht over hebt een betekenis ligt. Ik wilde zeggen dat ik geloof in de eenheid van alles, en dat – in lijn met die eenheid – alles wat gebeurt onderdeel is van een groter geheel dat met duwen en trekken in evenwicht wordt gehouden.
Maar kun je zeggen dat we een eenheid zijn? In ieder geval geen gezond organisch geheel, mensen doen elkaar dingen aan die geen organisme kan dragen. We hebben ons een weg door de cyclus van leven en dood heen geboord, zijn aangekomen in een ruimte waar het ritme van het leven zoals die in beginsel was verloren is gegaan. Het is altijd weer dat bewustzijn dat onoverkomelijk boven de dingen uitsteekt, erbuiten staat en ons de mogelijkheid heeft verschaft naar een niemandsland te vertrekken waar we het leven kunnen spelen als een spel dat aan onze voeten ligt en we naar believen door elkaar kunnen trappen. De natuur heeft nog maar mager macht over ons, tenminste, zo lijkt het, we geven geen gehoor aan haar, we doen alsof ze niet bestaat en totdat ze onze kamer binnenvalt in de gedaante van ouderdom boeken we redelijk succes.
De regels van wie leeft en doodgaat gaan niet meer op, we hebben een nieuwe willekeur gevonden die bewijst hoe onwillekeurig de natuur eigenlijk is. Willekeurig is wat wij elkaar aandoen, hoe wreed en redeloos we kunnen zijn, hoe zonderling. Gelukkig is dat bewustzijn tegelijkertijd hetgeen wat ons in staat stelt de eenheid van de natuur te denken en te beseffen. Ze gaf ons de mogelijkheid boven de dingen uit te stijgen, maar vanaf die hoogte zien we ook hoe minstens al het andere wat we zijn verstrengeld is met de aarde en alles wat er leeft. Al hebben we de eenheid kapot gemaakt, van deze hoogte zien we ook waar de cirkel is gebroken en wie haar repareren moet.