Kwijt

In Jenin leven de doden om je heen. Meer dan op elke andere plek die ik bezocht heb in Palestina worden de doden hier in leven gehouden. Je vindt ze op elke lege muur, op de deuren van winkels, als uithangborden boven de straat, in de halskettingen om de nekken van de jonge broers van de doden. In het midden van het vluchtelingenkamp van Jenin ligt een begraafplaats die opgericht is in 2002. Waar je in Nederland zelden het graf vindt van een minderjarige, moet de gemiddelde leeftijd hier rond de twintig liggen. Alle slachtoffers van de Tweede Intifada (2000-2005) die in Jenin vielen liggen hier, evenals alle doden die daarna volgden. Dit jaar alleen al zijn zesentwintig mannen als ‘martelaar’ begraven.

Als wij de begraafplaats oplopen zien we een jonge jongen de foto van een andere jonge jongen op een graf schoonmaken. Naast hem zit een derde jongen de Koran te lezen. De twee zijn het broertje en neefje van de man die op 9 april dit jaar doodgeschoten werd, vertellen ze ons. Moge god zijn ziel bewaken, zeggen wij, en vallen stil.

De begraafplaats draagt een vreemde schoonheid, alsof het paradijs hier een levende folder van zichzelf heeft neergelegd. Rond de graven groeien vijgenbomen, olijfbomen, palmbomen en weelderige bloemen – dit is niet het einde, de dood is maar het begin. De Palestijnen hebben weinig bondgenoten, maar wat je ook doet met hun land, de natuur vecht met de Palestijnen mee. Olijfbomen groeien terug en geven hardnekkig vruchten af. Op de plekken waar huizen zijn vernield verrijzen nieuwe huizen en binnen een mum van tijd vlijen zich bloemen en planten tegen hun muren aan. De Palestijnen houden van hun land, en hun land houdt van hen.

De straat waar de begraafplaats aan ligt is een zijstraat. Er rijden slechts enkele auto’s overheen. Hier gebeurt niets bijzonders, zou je zeggen, en toch is dit de plek waar de bekende journaliste Shireen Abu Akleh werd doodgeschoten. Onze gids wijst aan waar de Israëlische legerauto van waaruit geschoten werd ongeveer heeft gestaan. We konden het nauwelijks zien. Shireen – ongewapend en met een PRESS-vest aan – had hoogstwaarschijnlijk niet aan zien komen van waaruit geschoten werd. Op de boom van waarachter Shireen’s collega Shireen zag sterven zie je de schade van twee van de zestien kogels die op Shireen en haar collega’s werden afgevuurd.

Iemand hier liefhebben is zelfpijniging. Je houdt van iemand die lijdt, en je kunt het lijden hoogstens verlichten. Van mensen die veel te verduren hebben (gehad) in hun leven heb ik me altijd afgevraagd of ik hun liefde wel waard ben. Jij bent geworden wie je bent, dwars door al het zwoegen heen, en met de moed die je vond heb je mij nu lief. Maar ik? Ik heb lief als de zon, ongefilterd, door alle kieren heen, oplichtend wat donker was, ik ben niet bang want niets heeft me daar reden toe gegeven. Ik weet dat je van me houdt omdat ik licht ben. Maar sneller dan het licht kun je niet zijn, en mijn gebrek aan opgebouwd geduld zal ons onze kop kosten.  

‘Als je hier wil trouwen, zou ik daar heel goed over nadenken,’ zei de taxichauffeur, nadat ik hem had verteld ongetrouwd te zijn. Het was een grijze man met een dochter in Amerika en heel wat Engelse woorden in zijn hoofd. Ik beaamde, zei dat ik me afvroeg of ik mezelf zou kunnen zijn hier. ‘Ik weet wel zeker van niet,’ zei hij bruusk. ‘Ik ken Europese vrouwen die hier kwamen om te trouwen, maar ze gingen altijd weg. Het is onmogelijk voor jou om jezelf te blijven hier.’ Langzaam reed hij de weg naar mijn huis omhoog, alsof hij de tijd wilde rekken om mij zijn wijze raad op het hart te drukken. Ik was hem dankbaar, eindelijk iemand die met me meedacht, in plaats van iemand die me ten huwelijk vraagt en geen moment nadenkt over of dat eigenlijk wel een optie is voor mij.

Verandering is niet slecht, verandering is noodzakelijk. Maar tot op welke hoogte ben je groter aan het worden, tot welke hoogte word je méér en rijker, en vanaf waar wordt een deel van wat je zorgvuldig hebt opgebouwd in je leven afgeschaafd? En is dat laatste eigenlijk erg? De soefi’s breken alles op, je relaties met alles wat tastbaar is, alles wat je jezelf aangeleerd hebt of wat je aangeleerd is, alle dogma’s die je hebt. Ook het individu verdwijnt in het geheel. Het enige wat telt is liefde, liefde voor alles wat bestaat.

In de afgelopen maanden ben ik dingen kwijtgeraakt. De ober gooide een milkshake over mijn laptop heen. De zool van mijn lievelingsschoenen is losgekomen. Mijn lievelingsblouse is gescheurd aan twee kanten en na twee keer dichtnaaien is het ook weer twee keer gescheurd. Ik ben mijn AirPods verloren. Ik heb drie tassen gebroken. Ik heb mijn handdoek laten liggen in een hostel. Ik ben tweehonderd shekel kwijtgeraakt. Ik ben opgelicht toen ik nieuwe kleren kocht. Ik ben mijn stellige atheïsme aan het verliezen. Ik heb vooroordelen over Palestijnen van me afgeschud. Ik ben antwoorden kwijtgeraakt.

Maar ik heb ook tientallen nieuwe vrienden gemaakt en tientallen adressen in de wereld opgeschreven waar ik welkom ben. Ik heb gegeten van nieuwe borden in oude huizen en van oude borden in nieuwe huizen. Ik heb gelopen over Ottomaanse vloeren, bezette gebieden, settlements, heilige plekken. Ik ben aangenomen als dochter, als zus. Ik heb een tweede paar ouders en vier nieuwe broers. Ik heb honderd gratis kopjes koffiegedronken. Ik heb honderden nieuwe woorden op mijn tong, honderden foto’s op mijn telefoon en honderden nieuwe liedjes in mijn hoofd. Ook heb ik een hoofd vol nieuwe vragen, nieuwe verhalen, en een heleboel dingen die ik niet begrijp. Ik ben misschien dingen kwijtgeraakt, maar er is altijd iets voor in de plaats gekomen.

Geef een reactie