Een optocht toeterende auto’s scheurt door de straat. Het is de vraag of het een protest is of een bruiloft. Donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de dagen om te trouwen in Palestina. Gisteren kwamen er drie optochten voorbij. ’s Avonds weet je niet of je vuurwerk hoort of traangasbommen. De blijdschap is hier uitbundiger, het verdriet groter.
Zaterdagnacht was de nacht voordat een groep van duizenden settlers de al-Aqsa in Jeruzalem zou bestormen. De bestorming was min of meer aangekondigd en dus stonden de Palestijnen in hun startblokken. Om een uur of 01:30 ’s nachts ging er een optocht jonge mannen met vlaggen door de straat, lopend, in auto’s of op scooters. Een vriend ging erheen. Ik kon niet slapen. Een paar buitenlandse jongens van het centrum waar ik werk wonen aan de overkant. Tom appte me dat ze op de trap aan de straat waren gaan zitten om te kijken. Ik wilde er ook heen. Toen ik eenmaal daar was zag ik ook mijn vriend, teruggekeerd. Het was nog maar het begin, zei hij. We praatten wat, iedereen kijkt constant op Instagram, of er nieuwe video’s zijn van wat er in Jeruzalem gebeurt, of in Hebron, of in Jenin, of waar dan ook.
Bijna direct nadat ik bij hen kwam zitten kreeg ik een bericht van mijn gastbroer. Hij vroeg of alles goed was, zei dat ik terug moest komen, het is niet goed voor mijn reputatie, noch die van hen, als ik zo laat nog naar buiten ga. Met hangende poten ging ik terug. Tegen mijn vrienden zei ik dat ze blij moesten zijn dat ze mannen zijn. Maar aan de andere kant, zij hebben het gevoel dat ze het land met hun lichaam moeten verdedigen, en ik heb altijd een excuus. Zij moeten sterk zijn, ik moet binnenblijven. The patriarchy fucks as all.
De volgende dag, zondag 29 mei, bestormden Israelische settlers de al-Aqsa moskee in Jeruzalem, onder bescherming van Israelische soldaten. Israëliërs vierden de geboortedag van hun ‘staat’ 74 jaar geleden. Palestijnen rouwden om de dag dat 750,000 Palestijnen met geweld verjaagd werden van hun land. Die zondag raakten zestien Palestijnen gewond en meer dan vijftig werden gearresteerd. Israëlische settlers scholden Palestijnen uit, spoten pepperspray in hun gezichten. Ze schreeuwden dat Shireen Abu Akleh – de vermoorde journaliste – een hoer is, juichten om haar dood.
Het Israëlische leger liet weten dat ze unaniem achter de settlers staan. Hoe kan het leger van een land officieel verklaren achter een groep zionisten te staan die Palestijnen vermoorden, mishandelen, treiteren en vernederen op alle mogelijke manieren, en ermee wegkomen? Waar kijkt de wereld naar? In hoeveel bochten wringen onze hersens zich om zoiets te rechtvaardigen? We kijken weg, druk genoeg ons eigen leven op orde te hebben, brood op de plank, lach op je gezicht, dak boven je hoofd.
Het is alleen nog maar onrustig geweest sinds ik hier ben. Vijf Palestijnse kinderen zijn doodgeschoten in alleen deze maand. Gisteren werd een 31-jarige Palestijnse vrouw doodgeschoten in een vluchtelingenkamp dichtbij Hebron. Men neemt het de Palestijnen kwalijk als ze zich verzetten tegen de bezetters, maar sinds wanneer is je verzetten tegen wat onrechtvaardig is een zwakte?
De mensen hier zijn zo sterk, zo wonderlijk sterk. Om met gebogen hoofd een checkpoint langs te gaan om gecontroleerd en gedenigreerd te worden door Israëliërs voordat je je eigen moskee in mag gaan om te bidden dat je kinderen op een dag in een vrij land zullen leven. Om dag in dag uit je winkel te openen in het eeuwenoude centrum van Hebron waar de toeristen wegblijven uit angst en waar settlers stenen en rotzooi naar beneden gooien om de Palestijnen te treiteren. Om elke dag opnieuw je woorden te vinden om nieuwe toeristen de situatie uit te leggen en rustig te blijven, ook al huil je vanbinnen omdat je weet dat zij het topje van de ijsberg zijn en het soms lijkt alsof de hele wereld hier zou moeten komen om met eigen ogen te kijken voordat het eindelijk eens duidelijk wordt, en zelfs mensen die met eigen ogen kijken weten soms nog te ontkennen wat ze zien. Om te trouwen en lief te hebben met zoveel haat om je heen, haat in je hart, verdriet in je lichaam.